Reststroom monitoren

Voor TN-S-aardingssystemen is het gebruik van een reststroomapparaat (RCD) verplicht. De toepasselijke vereisten worden beschreven in IEC 60364-4-41.

RCD-ontheffing is toegestaan onder toezicht van een deskundige operator.

Zoals aanbevolen in EN 50600-2-2: Data centre facilities and infrastructures (datacentrumfaciliteiten en -infrastructuren), kan door het monitoren van de reststroom met een RCM (Residual Current Monitor, lekstroombewakingsapparatuur) het optreden van een isolatiefout worden vastgesteld en kan het risico op serviceonderbreking of brand worden voorkomen.

Met de aanwezigheid van een RCM is periodieke meting van de isolatie niet nodig in overeenstemming met de norm IEC 60364-6.

* Reststroom wordt ook wel differentiële stroom of aardfoutstroom genoemd.

Anticipatie
ISOLATIE-AFWIJKINGEN
CONTINU MONITOREN
Continuïteit
ISOLATIEFOUTEN
SNEL LOKALISEREN

Wat is het verschil tussen RCD en RCM?

Afbeelding
Promesse_11_schem_003_a_gb.jpg

 

Een RCD is een apparaat dat defecte schakelingen loskoppelt van het systeem wanneer de reststroom toeneemt en een risico wordt voor mensen en goederen.

Een RCM is een apparaat dat de gebruiker waarschuwt wanneer de reststroom toeneemt, zonder dat de defecte schakelingen worden uitgeschakeld. Het voorkomt kritieke situaties zoals serviceonderbrekingen of brandrisico.

Waar moet de RCM worden geplaatst in het datacentrum?

Afbeelding
Promesse_11_schem_004_a_gb_1.jpg

Het aardingssysteem van het datacentrum is TN-S.

De driefasige stroomtoevoer wordt verspreid naar éénfasige IT-servers.

Een isolatiefout kan worden gelokaliseerd als de reststroom zo dicht mogelijk bij de servers wordt gemeten.

Om de reststroom volledig in kaart te brengen, moet de RCM zowel bovenaan de installatie worden geplaatst als bij elke serverlocatie.

Socomec-oplossing

DIRIS Digiware RCM innovatief bewakingssysteem voor reststroom

DIRIS Digiware RCM is ontworpen om de volledige elektrische distributie van een datacentrum te dekken. De meting van reststroom is nauwkeurig vanaf 3 mA. De gegevens worden gecentraliseerd, worden weergegeven op een scherm en zijn beschikbaar op een eigen webserver. 
 

Er zijn verschillende alarmtypen beschikbaar:

  • enkele drempelwaarde;
  • dynamische drempelwaarde afhankelijk van de variatie in belastingsstroom (gepatenteerde technologie);
  • vergelijking met de aardestroom.

Variaties in reststroom worden vastgelegd met tijd, dag en week. Wanneer er een alarm is, wordt de operator geïnformeerd met een lokaal led-alarm, een notificatie op afstand en een e-mail.